Zoeken
Zoeken
De Administratie kan, wanneer zij van oordeel is dat de beschutte aard en de omstandigheden van de reis zodanig zijn dat toepassing van bepaalde vereisten van dit hoofdstuk redelijk noch noodzakelijk is, bepaalde schepen of klassen van schepen, die in de loop van hun reis...
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, wordt verstaan onder:Beschermende kleding tegen afkoeling: een beschermend pak ontworpen voor gebruik door bemanningen van hulpverleningsboten en bemanningen van mariene evacuatiesystemen. Sloepsgast: een persoon die in het bezit is van een diploma inzake het gebruik...
Paragraaf 2 is van toepassing op alle passagiersschepen en op alle vrachtschepen met een bruto-tonnage van 300 ton of meer.Radioreddingsmiddelen2.1Tweeweg-VHF-radiotelefonietoestellen2.1.1Er moeten ten minste drie tweeweg-VHF-radiotelefonietoestellen aan boord zijn van ieder passagiersschip en van ieder vrachtschip met een bruto-tonnage van 500 ton of meer. Er moeten...
Dit voorschrift is van toepassing op alle schepen.Aan alle opvarenden moeten duidelijke aanwijzingen, die in geval van nood moeten worden gevolgd, worden verstrekt. In geval van passagiersschepen moeten deze instructies zijn opgesteld in de taal of talen die wordt respectievelijk worden vereist door de vlaggestaat...
1Iedere reddingsboot respectievelijk ieder reddingsvlot moet worden geplaatst:.1zodanig dat noch de reddingsboot respectievelijk het reddingsvlot noch de plaatsingsvoorzieningen de werking van enige andere reddingsboot of enig ander reddingsvlot of hulpverleningsboot op een andere tewaterlatingsplaats belemmeren;.2zo laag mogelijk boven het wateroppervlak als veilig en uitvoerbaar is...
1Dit voorschrift is van toepassing op alle schepen. Aan de vereisten van de paragrafen 3.2, 3.3 en 6.2 moet, voor zover uitvoerbaar, worden voldaan op schepen gebouwd vóór 1 juli 1986.2Gereedheid voor gebruikVoordat het schip de haven verlaat en gedurende de gehele reis moeten alle...
Op passagiersschepen moeten de voorzieningen ten behoeve van het inschepen in reddingsboten en -vlotten zo zijn ontworpen dat: .1alle reddingsboten ingescheept en te water kunnen worden gelaten hetzij rechtstreeks vanaf de opstellingsplaats, hetzij vanaf een inschepingsdek maar niet van beide; en .2 strijkbare reddingsvlotten ingescheept...
Bij de plaatsingshoogte van een reddingsboot of -vlot op een passagiersschip moet rekening worden gehouden met de vereisten van voorschrift 13.1.2, de voorwaarden voor ontsnapping van voorschrift II-2/28, de omvang van het schip en de vermoedelijke weersomstandigheden in het beoogde vaargebied. Voor een strijkbare reddingsboot...