news Wijziging Besluit voorkoming verontreiniging door schepen

14 augustus 2018

Het Besluit verontreiniging door schepen is gewijzigd bij Besluit 26 april 2018, Stb. 2018, 135 houdende technische wijzigingen van enkele algemene maatregelen van bestuur op het terrein van milieu, vervoer en water is gewijzigd. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2018.

De wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen wordt als volgt toegelicht in het Staatsblad:

Artikel XIV van het onderhavige besluit wijzigt het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen. De aanleiding van deze wijziging wordt gevormd door het op 15 mei 2009 te Hong Kong tot stand gekomen Internationaal verdrag voor het veilig en milieuvriendelijk recyclen van schepen (Trb. 2010, 227 en 2017, 29). Dit verdrag stelt eisen aan schepen en verplicht scheepseigenaren te beschikken over een internationaal certificaat betreffende de inventarisatie van gevaarlijke materialen en, alvorens kan worden overgegaan tot recycling van het schip, over een internationaal certificaat inzake de gereedheid voor recycling.8 Het verdrag zal naar verwachting niet eerder dan in 2021 in werking treden.

Ter bespoediging van de inwerkingtreding van dit verdrag heeft de Europese Unie in 2013 de Europese verordening inzake scheepsrecycling vastgesteld. In deze verordening worden dezelfde eisen gesteld aan schepen en worden op grond daarvan gelijkluidende certificaten afgegeven. Aan deze verordening is reeds uitvoering gegeven in de artikelen 12c en 16d van de Regeling voorkoming verontreiniging door schepen.

Dit heeft tot gevolg gehad dat circa 1.700 zeeschepen dienen te voldoen aan (uitvoeringsregelgeving van) zowel de verordening als het verdrag. Om een dubbel regime te voorkomen, is met de wijziging van artikel 15 van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen de mogelijkheid gecreëerd om bij ministeriële regeling regels te stellen over de afgifte van een certificaat of document op basis van een verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisaties, of het plaatsen van een aantekening op het certificaat. Voor het toepassen van deze mogelijkheid bestaan twee voorwaarden: er dienen gelijkluidende regels te worden gesteld ten aanzien van het schip, het onderzoek en het certificaat in het verdrag (of besluit van volkenrechtelijke organisatie) en de verordening, en beiden moeten betrekking hebben op de voorkoming van verontreiniging door schepen.

Daarom zal op het moment dat een schip met goed gevolg wordt geïnspecteerd en een internationaal certificaat betreffende de inventarisatie van gevaarlijke materialen als bedoeld in die verordening verkrijgt, de scheepseigenaar tevens kan verzoeken om het gelijkluidende certificaat op grond van het verdrag. Hetzelfde geldt voor het internationale certificaat betreffende de gereedheid voor recycling. Hiermee wordt een verhoging van de kosten voor reders voorkomen. Ten gevolge van de aanpassing van artikel 15 van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen, zijn ook de artikelen 1, 3, 14, 20 en 26 van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen aangepast, waarmee onder meer wordt bewerkstelligd dat bij ministeriële regeling regels kunnen worden gesteld ten aanzien van het onderzoek en de geldigheidsduur van het certificaat dat is afgegeven op grond van artikel 15, derde lid.