De meetholten worden gemeten door middel van latten op of nabij het langsscheeps middenvlak in de dwarsdoorsnede geplaatst op de plaatsen, als in artikel 22 is bepaald. De holten worden gemeten tot de bovenkant van de vrangen of van de dubbele bodem en verminderd met...
Zoeken
Zoeken
Indien een dwarsdoorsnede ter plaatse van een dekopening (b.v. luikhoofd, machineschacht, enz.) valt:kan de holte worden genomen bij de zijhoofdplaat en deze moet dan worden vermeerderd met het deel van de dekrondte gemeten over de breedte van de opening;of kan de holte in de zijde...
De breedten van elke dwarsdoorsnede worden van boven naar beneden genummerd, waarbij de bovenste breedte (ter hoogte van het bovenste eindpunt van de meetholte) no. 1 wordt en de onderste breedte no. 5 of no. 7 naar gelang van de grootte der meetholte.De breedten worden...
Bij schepen met spanten van verschillende diepte (zie figuren 39 en 40) worden de breedten genomen tot de lichte spanten, indien de zware spanten verder dan twee spantafstanden van elkaar geplaatst zijn. Waar een wegering aanwezig is, wordt haar dikte afgetrokken van de aldus verkregen...
Op schepen met gegolfde zijden, worden de breedten gemeten tot een aangenomen spantlijn (zie figuur 42), teneinde het juiste oppervlak van de dwarsdoorsneden met inbegrip van de golvingen te verkrijgen. Indien een wegering is aangebracht, wordt haar dikte van de aldus verkregen breedten afgetrokken.