Zoeken
Zoeken
Alle praktische maatregelen worden getroffen om accommodatieruimten voor de bemanning van vissersvaartuigen te beschermen tegen vliegen en andere insecten, vooral wanneer het vissersvaartuig actief is in door muggen geteisterde gebieden.
1.Accommodatieruimten worden voldoende verwarmd, rekening houdend met de klimatologische omstandigheden. 2.In aanvulling op het eerste lid worden vissersvaartuigen met een lengte (L) van 24 meter of meer, met uitzondering van vissersvaartuigen die uitsluitend in tropische gebieden actief zijn, voldoende verwarmd door middel van een geschikt...
1.Accommodatieruimten zijn van voldoende verlichting voorzien. 2.Indien uitvoerbaar zijn accommodatieruimten met zowel daglicht als kunstlicht verlicht. 3.Slaapruimten kunnen worden afgeschermd van daglicht. 4.In iedere kooi is in aanvulling op de normale verlichting van de slaapruimte voldoende leesverlichting aanwezig. 5.Aan het gestelde in het eerste tot...
1.Slaapruimten zijn voorzien van noodverlichting. 2.Indien eetruimten, gangen of andere ruimten nooduitgang zijn en niet zijn voorzien van noodverlichting, zijn deze voorzien van permanente nachtverlichting. 3.Vissersvaartuigen met een lengte (L) van 24 meter of meer zijn, in alle delen van de accommodatie waar de bemanning...
1.Indien het ontwerp, de afmetingen of het gebruik van het vissersvaartuig dat toelaat, zijn slaapruimten zodanig geplaatst dat de gevolgen van bewegingen en versnellingen van het vissersvaartuig tot een minimum beperkt blijven. 2.Slaapruimten zijn achter het aanvaringsschot gelegen.
1.Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, is het toegestane aantal personen per slaapruimte niet meer dan zes. 2.Op vissersvaartuigen met een lengte (L) van 24 meter of meer is het toegestane aantal personen per slaapruimte niet meer dan vier. De Minister kan in bepaalde gevallen uitzonderingen op...
1.Kooien hebben geschikte afmetingen voor één persoon, de matrassen zijn vervaardigd van geschikt materiaal. 2.Op vissersvaartuigen met een lengte (L) van 24 meter of meer zijn de binnenmaten van kooien ten minste 200 bij 80 centimeter.